Woordenschat

Dit zijn alle woorden met de betekenissen die ik dit jaar heb geleerd.

superieur

betekenis: hoger in rang

herkomst: Frans

synoniem: hoogst, chef, bovenst

antoniem: laagst, ondergeschikte

 

produceren

betekenis: maken wat er voorheen niet was

herkomst: Nederland/België

synoniem: fabriceren, leveren, voortbrengen

antoniem: -

 

extreem

betekenis: uiterste

herkomst: Grieks

synoniem: buitengewoon, bovenmatig

antoniem: minder dan gemiddeld

 

expressief

 betekenis: vol uitdrukking

herkomst: Frans

synoniem: gevoelsuitdrukking, gezegde, zeggingskracht

antoniem: zinloos, onopvallend, leeg, onbezonnen

 

bezichtigen

betekenis: uitgebreid bekijken

herkomst: -

synoniem: bekijken, inzien

antoniem: overslaan, negeren

 

potentieel

betekenis: de mogelijkheid bezittend zich te ontwikkelen tot het genoemde

herkomst: Latijn

synoniem: mogelijk, eventueel, vermogen

antoniem: niet mogelijk, impotentie

 

Imago

betekenis: beeld dat mensen hebben van (iets of iemand)

herkomst: Latijn

synoniem: aanzien, beeld, status

antoniem: -

 

preventief

betekenis: plan voor hoe je iets gaat maken

synoniem: -

antoniem: niets doen om iets te voorkomen

woordsoort: bijvoeglijk naamwoord

vervoeging: preventie

twee zinnen: Er worden preventieve maatregelen om ziektes te voorkomen.

                      De brandweer geeft regelmatig voorlicht over brandpreventie.

 

optimum

betekenis: Het beste of gunstigste geval. 

synoniem: hoogtepunt, beste, toppunt

antoniem: meest ongunstig

woordsoort: zelfstandig naamwoord

vervoeging: optimaal (bn) optimaliseren (ww)

twee zinnen: Ik benut mijn talent optimaal.

                      Ik moet mijn talent optimaliseren.

infectie

betekenis: besmetting met een virus of bacterie, waardoor je ziek kunt worden

synoniem: besmetting, aansteking

antoniem: medicijn

woordsoort: zelfstandig naamwoord

vervoeging: infecteren (ww) geïnfecteerde (bn)

twee zinnen: Toen ik een infectie kreeg, was ik heel erg ziek.

                      Hij was snotverkouden, hij infecteerde mij daarmee.

 

fluctueren

betekenis: telkens weer verschillend zijn

synoniem: veranderen, schommelen, wisselen

antoniem: constant

woordsoort: werkwoord 

vervoeging: fluctuatie (zn) gefluctueerde (bn)

twee zinnen: Cijfers kunnen fluctueren.

                      Aan de grafiek was de fluctuatie van de aandelenbeurs af te lezen.

                     

patholoog

betekenis: arts die kennis heeft over lichamelijke afwijkingen

synoniem: weefseldeskundige

antoniem: -

woordsoort: zelfstandig naamwoord

vervoeging: Pathologisch (bn)

twee zinnen: Deze patholoog is druk bezig met zijn weefselonderzoek.

                        Via pathologisch onderzoek, kom je meer te weten over gezondheid

 

 

 

 

Woorden Betekenis
Amputeren afsnijden van lichaamsdelen
bevreemdend voor verbazing zorgen
barricaderen de doorgaan verhinderen
cliché afgezaagde uitdrukking die iedereen wel kent
catastrofale rampzalig
cybercriminelen online dieven
duurzaamheid eigenschap van lang goed blijven of te blijven bestaan
extreem uiterst
euforie gevoel van bijzondere vrolijkheid
expressief vol uitdrukking
frontaal aan de voorkant
integratie het maken van of opmaken in een groter geheel
impulsief aan de opwellingen van het ogenblik gehoor gevierd
innovatie invoering van een nieuwigheid
langzamerhand op een rustig tempo maar zeker gebeurt
opponent tegenstander / bestrijder
oordelen goed of afkeurende uitspraak
produceren maken wat er voorheen niet was
potentieel de mogelijkheid bezittend zich te ontwikkelen tot het genoemde
republiek staat waar het hoogste gezag in handen is van een gekozen president
superieur hoger in rang
speculeren dingen bedenken die misschien waar zijn of misschien gebeuren
verscheidenheid afwisseling / verschil
vliegtaks vliegbelasting, geld dat je moet betalen om te vliegen
willekeurig zomaar gekozen, niet volgens bepaalde regels
bepleiten iets met woorden verdedigen
irritatie ergenis
locatie voor een bepaald doel uitgezocht terrein
scenario beschrijving van wat de toeschouwer te zien krijgt van een toneelstuk, opera of film
consument iemand die een product of een dienstverlening koopt
declameren gedichten enz. voordragen
pessimistisch als je altijd verwacht dat gebeurtenissen zicht negatief zullen ontwikkelen
representatief vertegenwoordigend
brochure folder of boekje met informatieve tekst
concept plan voor hoe je iets gaat maken
imago beeld dat mensen hebben van (iets of iemand)
reguleren voorschrijven hoe (een activiteit) moet verlopen
intensief met innerlijke kracht, sterk, intens
interpreteren een eigen uitleg geven aan (iets)
territorium stuk land waarover iemand de macht heeft
complex samengesteld, ingewikkeld
relevant van belang, van betekenis
autoriteiten toestand dat mensen naar je luisteren door je positie en je kwaliteiten
optische illusies gezichtsbedrog
individualistisch onafhankelijk in je gedrag en zelfstandig in je denken
preventief een maatregel nemen om iets te voorkomen
optimum Het beste of gunstigste geval. 
infectie besmetting met een virus of bacterie, waardoor je ziek kunt worden
fluctueren telkens weer verschillend zijn
patholoog persoon die onderzoek doet op het gebied van weefselonderzoek
polariseren door het benadrukken van ongelijkheid en tegenstellingen de spanning tussen (groepen) mensen vergroten
complicatie onverwacht probleem als gevolg van iets anders
riskant als iets één of meer risico's inhoudt
perceptie zoals iemand iets ervaart en beoordeelt
escaleren (van conflicten) erger/heviger worden